De coloradokever is al een paar jaar bezig met een opmars. Een goede en tijdige bestrijding is op steeds meer aardappelpercelen nodig om schade te voorkomen. Met een gerichte aanpak en een selectief insecticide is het goed mogelijk de kever te bestrijden én natuurlijke vijanden te sparen.
Akkerbouwers zien de laatste jaren steeds vaker en steeds vroeger coloradokevers in hun aardappelen. Een belangrijke oorzaak hiervoor zijn de relatief warme jaren die achter ons liggen. Coloradokevers gedijen namelijk goed bij hogere temperaturen. Bovendien is er na een zachte winter vaak meer aardappelopslag. De kevers kunnen zich hieraan tegoed doen zodra ze in het voorjaar uit de bodem tevoorschijn komen. Op deze opslagplanten kun je al vroeg in het voorjaar, soms al in mei, de eerste zwart-gele kevers aantreffen. Als het perceel in voorgaande jaar zwaar aangetast was, zie je dat terug in al snel volledig kaalgevreten opslagplanten.
Druk neemt toe
Dat de druk toeneemt, komt mogelijk ook doordat de coloradokevers steeds vaker meerdere generaties per teelt hebben. Waarschijnlijk ook het gevolg van warmere zomers. In veel gevallen zijn er twee generaties per jaar waardoor de aantasting op sommige percelen flink oploopt. Om dat te voorkomen is het belangrijk om de eerste generatie effectief te bestrijden.
Vroeger en meer verspreid
Voorheen werden coloradokevers vaak pas vanaf midden juli of in augustus in grote populaties aangetroffen. De afgelopen jaren kregen al heel wat percelen in juni te maken met flinke vraatschade. Een stuk vroeger dus dan in voorgaande jaren. Verder valt op dat coloradokevers inmiddels op percelen verspreid door het hele land voorkomen. Aardappeltelers moeten zich daarvan bewust zijn en de coloradokever (weer) serieus nemen. Dat betekent goed monitoren: vanaf mei wekelijks het gewas controleren op de aanwezigheid van coloradokevers.
Op tijd bestrijden
Schade door coloradokevers en larven is de meeste gevallen te voorkomen, omdat bestrijding op aangetaste aardappelpercelen over het algemeen goed mogelijk is. Belangrijk daarbij is om de bestrijding op het juiste moment in te zetten: na het aantreffen van de eerste kevers. Door een middel als Coragen® te kiezen dat effectief is tegen de verschillende levensstadia (kever en larve), een snelle aanvangswerking heeft en bovendien een lange werkingsduur biedt zekerheid op een goede bescherming. Je kunt dan met een vroege behandeling de aantasting voor langere tijd onder controle houden. De keuze om wel of niet te bestrijden kan per perceel verschillen afhankelijk van de aantasting. Soms kan worden volstaan met een pleksgewijze aanpak binnen een perceel.
Natuurlijke vijanden behouden
Bij de bestrijding van coloradokevers heeft de inzet van Coragen® ook de voorkeur omdat het een selectief insecticide is. De kevers en larven krijgen de werkzame stof binnen door van het behandelde blad te vreten. De overige insecten zoals bestuivers en natuurlijke vijanden (lieveheersbeestje, gaasvlieg, zweefvlieg en sluipwesp) blijven gespaard. Zo kun je de luizendruk met behulp van deze natuurlijke vijanden beter onder controle houden en is in de praktijk vaak minder luisbestrijding nodig. De inzet van Coragen® heeft evenmin effect op de inzet van roofmijten tegen spintmijt. Het is dan ook prima te combineren met een geïntegreerde gewasbescherming.